HET LANDSCHAPSBEELD VERANDERT.
Al van verre is de verandering van het landschap zichtbaar. In sommige delen, vooral rondom het Brocken-massief en op grote hoogte in de Harz, sterven fijnsparren op grote schaal af. Er ontstaan kale vlaktes, dode bomen hangen over de rand van de weg en zorgen voor een enigszins naargeestige stemming. Maar wie beter kijkt, ontdekt daaronder alweer nieuw groen....
Het landschapsbeeld van de Harz, dat gedurende vele eeuwen bestond uit alleen maar sparrenbossen, is aan het veranderen. De sparren werden oorspronkelijk als snelgroeiend hout voor de mijnbouw geplant. Na de oorlog werd meer hout voor de wederopbouw, verwarming en ook deels voor reparatiebetalingen gebruikt. Vanwege sterke ontbossing sinds de jaren 30 tot de jaren 50 ontstond alleen al in Niedersachsen ca. 140.000 ha aan kale vlakten in het bos. Voor de herbebossing waren grote inspanningen nodig van de boswachters en de zogenaamde 'Kulturfrauen'. In tijden waarin het hen aan het meest noodzakelijke ontbrak, plantten zij met hard werken en tegen een schamel loon de bossen weer aan.
Daarvoor was in de Harz meer dan genoeg zaad van sparrenbomen beschikbaar. Zo werden sparren tot de 'broodboom' van de regio en daarom ook op locaties geplant, waar ze eigenlijk niet thuishoren. Van nature groeiden hier loofbomen - beuken, gemengd met esdoorns, berken, essen en andere boomsoorten.
De zware arbeid van de 'Kulturfrauen' werd met een speciale voormalige West-Duitse 50 pfennig munt herdacht. Er stond een knielende vrouw op die een eik plant.