Drie grote mythen bestempelen het legendarische berggebied van de Harz: de tijd van de middeleeuwse keizers en koningen, de betoverende wereld van heksen en duivels, en de ondergrondse wereld van bergvolken en dwergen. Deze legenden fascineren, omdat ze op waarheden zijn gebaseerd en daarom op veel plaatsen in de Harz bijna tastbaar zijn.
Toen Karel de Grote zich meedogenloos tot het Christendom bekeerde, zochten de laatste niet-gelovigen toevlucht in het ongerepte Hoger Harz. De verwrongen voorstelling van hun rituele activiteiten zijn waarschijnlijk in de late Middeleeuwen aanleiding geweest tot de totstandkoming van het geloof van de meest bekende "heksmeeting" in Europa. En zo zijn de uitbundige feesten rond de "Blocksberg" in de ‘Walpurgisnacht’ niet de laatste herinnering aan de tijd dat de Duitsers in de nacht van 1 mei de bruiloft van hun machtige God Wotan (Odin) met Freya, de Godin van de liefde en vruchtbaarheid, vierden. De beroemde legende van Brunhilde, die tijdens de ontsnapping voor de reuzenkoning Bodo met zijn paard de sprong over de Rosstrappe waagde, is ontstaan uit een bijzondere rotsformatie. De slapende Barbados in Kyffhäuser is een historisch figuur, die onder andere in de Harz zijn sporen heeft nagelaten. Het eerste Duitse keizerlandschap, maar ook het verval van de beginnende morbiditeit, een mengsel van glorie en ondergang, trokken vanaf het begin de mensen al aan. De mijnbouwlegenden vertellen over het harde leven in de donkere tunnels en over de vreemde bergmonnik, die helpend, maar ook straffend optrad. Deze geest weerspiegelt het christelijk geloof (en bijgeloof) van de mijnwerkers in hun ondergrondse duisternis, maar ook de realiteit: zo hadden Walkenrieder monniken aandelen in de Harzer-mijnbouw.
Uit deze voorgeschiedenis werkte vooral schrijvers en kunstenaars, die de Harz vanaf de 18e eeuw als spiegelbeeld van hun eigen innerlijke wereld of in ieder geval als inspiratie voor hun werk observeerden; een tweede mythische wereld.