Bad Gandersheim bezoeken is het terugkeren naar de oorsprong van de Saksische koningen en keizers.
Bad Gandersheim bezoeken is het terugkeren naar de oorsprong van de Saksische koningen en keizers.
Hertog van Saksen Liudolf (ca. 806-866) stond aan het hoofd van een van de eerste adellijke families in de regering van Karel de Grote, die bekend was binnen het Christendom. Naar hem werden de Adeldynastie van Liudolfinger, later ook Ottonen, vernoemd. Hij heeft samen met zijn vrouw Oda in 852 de abdij van Gandersheim opgericht. Vanwege de nauwe band met de keizerlijke familie had deze eeuwenlang een even bevoorrechte positie als het klooster Quedlinburg, die deels werd bestuurd door dezelfde Abdissen. De Abdissen: De eerste Hathumod (852-874), werd al - een zeldzaamheid - in een hedendaagse biografie beschreven. Gerberga II (949-1001), de zesde, bevorderde Roswitha von Gandersheim, een van de eerste schrijvers van Europa na de antiek. Getiteld "abdis" was Elisabeth Ernestine Antonie (1713-1766) door haar barokke hofhouding meer dan oprecht. Een tijdsbestek van een ander soort kunst maakte een speciaal project van de stad mogelijk: Wanneer u door de ‘poort van de geschiedenis’ loopt, kunt u op de wegen van de kloosterkerk St. Anastasius en St. Innocentius, via een ongewone kerkschat, de kloosters Brunshausen en Clus, naar het Stedelijk Museum, de abdijgebouwen en het kasteel van de Braunschweiger hertogen in de tijd van de Ottonen en in de 1200 jarige geschiedenis van de stad duiken.