De Sint-Servaaskerk is een laatgotische driebeukige hallenkerk. Na een verwoestende brand presenteert het interieur zich tegenwoordig in de late Art Nouveau-stijl.
De Sint-Servaaskerk is kleiner (42 meter lang en 19 meter breed) dan haar zusterkerk, de Basiliek van Sint-Cyriacus, en heeft een eenvoudigere, meer sobere stijl. Tijdens haar bewogen geschiedenis heeft de kerk haar pure laatgotische stijl behouden. Vanaf 1714 was het rijkelijk versierd in barokstijl en het had toen 8 altaren. Een hoogaltaar, waarvan de met olieverf beschilderde afbeelding van de kruisiging aan de voorkant van de noordelijke zijbeuk nog steeds bewaard is gebleven. Er is ook een prachtig doopvont, gesneden uit lindehout, dat in het koor staat en vandaag de dag nog steeds wordt gebruikt.
Op 17 juni 1915 werd de kerk, die pas voor het jubileum in 1908 volledig was gerenoveerd, verwoest door een brand, met uitzondering van enkele barokke voorwerpen. Het gotische epitaaf van de familie von Wehren uit 1383 werd ook licht beschadigd door het instortende koorgewelf. De kerk werd tussen 1915 en 1928 gerestaureerd met grote offers van de parochie en met hulp van de stad. Al het houtwerk in het kerkinterieur en de ramen dateren uit 1917 en zijn versierd met typische kenmerken van de late Art Nouveau stijl. De 15 afbeeldingen die Prof. Jordan (Hannover) in 1917 op de orgelzolder schilderde, verbeelden het getuigenis van het Woord van God. Het orgel van Jürgen Ahrend wordt beschouwd als een van de mooiste werken in het zuiden van Nedersaksen. Met zijn mechanische tractuur werd het in 1977 gebouwd ter vervanging van het pneumatische orgel uit 1930. De klinkende orgelkast werd harmonieus geïntegreerd in de Art Nouveau stijl die de kerk domineert. Met zijn 64 meter is de toren ongeveer 10 meter hoger dan zijn voorganger. De torenspits is een uitdrukking van het expressionisme van de jaren 1920.